Waarom een Milanees geen tomatensaus eet

feb 17, 2021 | cultuur, food

Tijdens onze tweewekelijkse pranzo sabatale (zaterdagse lunch, met een klein groepje Italiaanse expats) zijn er verschillende Italiaanse regio’s vertegenwoordigd: Luca en Andrea zijn rasechte Milanezen (maar hebben beiden roots in het zuiden, in respectievelijk Calabrië en Sicilië), Riccardo is afkomstig van de Ligurische kust, Angelo woonde zijn hele leven op de grens van Lazio en Abruzzo en Mr. Italiano, die komt van Campania, meerbepaald  de Amalfitaanse kust. Brussel is wat hen hier in België verbindt.

met mijn Italiaanse vrienden aan zee

Italië bestaat niet

Op papier bestaan die vriendschappen niet. Want Italianen van het noorden kunnen die van het zuiden niet uitstaan en vice versa. Ze zijn toch allemaal Italiaans, zou je denken?

Italië bestaat niet. Tenminste, zo denken veel Italianen erover. Als je Italianen ontmoet en je bestempelt hen als precies dàt (Italianen, dus), dan krijg je meestal een licht verontwaardigde opmerking dat ze in de eerste plaats Romeins, Pugliees, Napolitaans of Siciliaans zijn. De meeste Sicilianen beschouwen zichzelf niet eens als Italiaans. Eilandbewoners zijn altijd een beetje speciaal en willen liever nergens bij horen. Hello Brexit!

De reden daarvoor ligt in het verleden. Italië is, net als België, een relatief jonge (en bovendien ook een kunstmatig gecreëerde) natie. De eenmaking van het land (1861) gebeurde tijdens de Risorgimento (de Herrijzenis), een periode van veel onrust en opstanden in de toenmalige Koninkrijken. Want Italië was niet altijd een republiek. Eerst waren er ‘Koninkrijk van de twee Siciliën’ (in het zuiden) en het ‘Koninkrijk van Sardinië’ (in het noorden). Voor die tijd was het huidige Italië een verzameling van onafhankelijke Staten, Hertogdommen en Koninkrijken die min of meer dezelfde taal spraken. Hoewel dat laatste ook te betwisten valt.

In poche parole (een lang verhaal kort) waren er een hoop verschillende politieke groepen die gebaat waren bij de eenmaking van één groot Italiaans Rijk. Dàt, in combinatie met de ambitieuze generaal Garibaldi, maakte dat the powers that be hun zin kregen en dat het lappendeken in de Middellandse Zee voortaan willens nillens als een verenigde natie door het leven zou gaan. En de stad Rome, centraal gelegen, zou de nieuwe hoofdstad worden.
Tot zover het plan.

beeld uit Benvenuti al sud

Halve Fransen en Afrikanen

Wie, net als ik, zat weg te zwijmelen bij de serie North & South – met Patrick Swayze in officiersuniform, alsjeblieft – weet dat noord en zuid vaak twee heel verschillende culturen zijn. Al dan niet met een eigen taal, maar bijna altijd met een heel verschillende gewoonten. Ik denk dan vooral aan eet- en werkcultuur en levensstijl. En met vooral veel vooroordelen tegenover ‘die van de andere kant’.

Het cliché van het noorden is de hardwerkende, economisch sterke regio. Het is er altijd koud is er is zeker geen ruimte voor ontspanning of plezier. “Halve Fransen!” of “Dan kan je al even goed in België gaan wonen!” Tot zover enkele uitspraken van Zuid-Italianen over het noorden.

Onzin, natuurlijk. Hoewel het klimaat in het noorden inderdaad koeler is. Het leunt zelfs dichter aan bij dat van ons. Hoewel het noorden van Italië nog altijd véél meer zon krijgt dan België. Er zijn meer uitgesproken seizoenen, maar de zomers zijn doorgaans lang en warm.

Tomatensaus

In Noord-Italië is er geen tomaat te bespeuren, citroenen noch zeevruchten. De keuken is meer gerelateerd aan de Franse (en dus ook aan de onze) met vooral veel vlees, kool, peulvruchten, aardappelen, polenta, … kortom stevige kost.

Wanneer een Milanees denkt aan Italianen van het zuiden, dan denkt hij aan dolce far niente, maffia, misdaad, veel (ongezond) eten, werkloosheid, mozzarella en veel drama. Bijna Afrika. De drama en mozzarella zijn juist! De economie in het zuiden draait inderdaad een pak minder goed dan in het noorden. Er is veel verval en armoede. Maar de mensen in het zuiden genieten meer van het leven, zijn dankbaar voor wat ze hebben en vooral, ze hebben zon en zee! Toerisme is een belangrijk onderdeel van de Zuid-Italiaanse economie, samen met de export van verse voeding (mozzarella, burrata, fruit en groenten, pasta, …).

Welkom in het zuiden

De waarheid ligt, zoals steeds, ergens in het midden. Een hele leuke film die gaat over precies die vooroordelen tussen noord en zuid is ‘Benvenuti al Sud’ (Welkom in het zuiden). Een Milanees kaderlid van de Italiaanse post wordt overgeplaatst naar Castellabate, een dorpje in Campania. Met veel vooroordelen en angst vertrekt hij naar zijn nieuwe werkplaats, maar al gauw sluit hij vriendschappen en omarmt hij de Zuid-Italiaanse way of life.

De film is een remake van de Franse film ‘Bienvenue chez les Ch’tis’ (met exact hetzelfde concept van noord en zuid, maar dan met een postbeambte die naar Noord-Frankrijk wordt overgeplaatst). Enkele jaren later deden ze ’t nog een keertje over. Dit keer in de omgekeerde richting met een transfer van zuid naar Milaan. Titel van de film, hoe raad je het: ‘Benvenuti al nord’. Net iets minder grappig dan de eerste film.

De snelweg richting Napels<br />

De grens

“Waar stopt het noorden en waar begint het zuiden?” Een vraag die ik al vaak heb gehoord en nooit precies heb beantwoord gekregen. Italianen zijn het er zelfs niet helemaal over eens en het antwoord varieert al naargelang aan wie je het vraagt.

Noord

Noord-Italie (l’Italia settentrionale) bestaat uit de regio’s Piemonte, Liguria, Aosta, Lombardia, Liguria, Friuli-Venezia Giulia, Veneto, Trentino Alto Adige en Emilia-Romagna. Meer nog, de regio Alto Adige die grenst aan Oostenrijk, is sinds 2019 een autonome regio en valt niet langer onder Italiaanse jurisdictie. Zij voelen zich meer verwant met Oostenrijk, bovendien spreekt meer dan 60% van de bevolking Duits.

Zuid

Wat Zuid-Italië (l’Italia meridionale) betreft, maak ik het mezelf makkelijk en zeg ik ‘alles onder Rome’. Dat betekent dus Campania, Puglia, Calabria, Basilicata, Abruzzo en Molise. Alles er tussenin is centraal Italië (l’Italia centrionale). De eilanden Sicilië en Sardegna zijn een categorie apart.

Racisme

Ze horen het niet graag, maar het overgrote deel van de Italianen is inherent racistisch. Ik denk niet dat het uit een gevoel van superioriteit voortkomt, dan wel uit onwetendheid.

Ik heb een Russische vriendin die al jaren in Italië woont. Ze is hoog opgeleid, is getrouwd met een Italiaan. Ze heeft een goed betaalde job (en is bovendien absoluut experte op het vlak van Italiaanse Middeleeuwse Kunst), maar ze kampt dagelijks met wat zij ‘linguïstische discriminatie’ noemt.

Concreet betekent dat dat van zodra ze haar (onmiskenbaar) Russische accent horen, ze systematisch een minder goede service krijgt. Mensen praten minder makkelijk tegen haar, als zou ze Italiaanse zijn.

Gekleurde Sienese speelgoedballetjes

Giraffen en stekelvarkens

Racisme tegenover allochtonen is, jammer genoeg, een universeel fenomeen. Maar Italianen doen het ook op lokaal niveau!

In Piemonte, waar ik jaren op vakantie ben gegaan, konden de inwoners van het dorp waar ik verbleef hun buren van de andere kant van de berg niet uitstaan. En vice versa. Zonder enige aanwijsbare reden.

Of in Toscane, waar al eeuwenlang een strijd heerst tussen de steden Firenze en Siena. Beiden wilden de grootste zijn en hoofdstad van de regio worden (spoiler alert: Firenze heeft gewonnen).

In Siena vindt jaarlijks de palio (vaandel) plaats, een paardenrace waarbij de 17 Sienese wijken (contrade) tegen elkaar strijden. De race is er dus niet voor toeristisch vermaak, maar bepaalt welke wijk zich een heel jaar de beste en de sterkste mag noemen.

Elke contrada  heeft haar eigen vlag met unieke kleuren (zoals de officiële houten contrada-balletjes hierboven) en totemdier. Word je geboren in een welbepaalde contrada, dan wordt er zéér kritisch gekeken naar een romantische liaison buiten je eigen contrada. Daar denk je maar beter twee keer over na. Giraffen gaan niet samen met stekelvarkens. Met andere woorden: he/she better be worth it!

In Campania is er een vriendelijkere competitie tussen Napels en Salerno. Qua imago en traditie moet Salerno de duimen leggen voor Napels, maar op culinair vlak zijn er subtiele verschillen tussen de regionale specialiteiten en moet je een kant kiezen: kamp Napoli of kamp Salerno? Vaak gaat het over hoe je bijvoorbeeld een parmigiana alla melanzane maakt: mét of zonder paneermeel?! Over zo’n details kan het soms gaan.

Tutto andrà bene

Ondanks alle verschillen toonde de eerste lockdown in Italië weer een verbondenheid op nationaal vlak. Een beetje zoals je dat in België ziet tijdens het WK Voetbal.

Tutto andrà bene (alles komt goed) was het nationale mantra. De regionale verschillen kon je vooral merken aan de liedjes die luidop werden gezongen vanop de balkons, maar verder heerste er een uitzonderlijk grote samenhorigheid tussen de regio’s … al was het maar voor even.

Heb jij een uitgesproken voorkeur voor het noorden, zuiden of centraal-Italië? Laat het eens weten in de comments!

A presto!
Claire

De Palio van Siena praktisch

De palio bestaat al sinds de 13e eeuw en wordt tweemaal per jaar uitgevochten op het centrale plein van Siena, de Piazza del Campo.

Dat gebeurt een keer in juli (Palio di Provenzano) en nog een keer in augustus (Palio dell’Assunta). Tijdens elke editie is er slechts plaats voor 10 teams, die deels door loting, deels op basis van voorgaande overwinningen worden geselecteerd.

De paarden lopen 3 rondjes rondom het plein dat enkele verraderlijke bochten heeft. Er komen regelmatig paarden en/of hun fantini (jockey’s) ten val. De dag van de palio zelf proberen toeschouwers een plekje op het plein te bemachtigen en ook in de omliggende huizen en balkons stromen toeschouwers toe die veel geld over hebben om een goed zicht op het spektakel te hebben – de prijzen lopen op tot 300 per persoon!

Wie dacht even een glimp op te vangen, mocht je in de buurt zijn, is er aan voor de moeite. De palio is hét hoogtepunt van het jaar en ook hotels en accommodatie tot ver buiten Siena zijn lang op voorhand volgeboekt.